Hoffelijkheidsregels en enkele algemene regels

Hoffelijkheidsregels en enkele algemene regels.

Herkent u dit?
Een nieuwe ronde begint, nieuwe tegenspelers en deze gaan zitten en blijven nog een tijd doorpraten over hoe de vorige ronde verliep, zien u nog nauwelijks zitten,

Dit is GEEN hoffelijk gedrag. Er zijn mensen die dit irritant vinden. Probeer een goede sfeer op te bouwen met je nieuwe tegenspelers.

Nog wat tips:

Na een stopkaartje MOET u 10 seconden wachten.

Na het bieden de kaartjes pas opruimen als u ziet dat alle spelers de biedingen goed in zich op hebben kunnen nemen en u ziet dan ook of er nog iemand nadenkt om bv. te doubleren.

Na het spelen de kaarten pas in elkaar schuiven als iedereen het over het behaalde resultaat eens is. Bij onenigheid hierover kunt u uw gelijk niet aantonen als u de gespeelde kaarten niet meer goed hebt liggen. De arbiter zal dan voor de anderen kiezen die dat wel kunnen.

Na het spelen de kaarten schudden en dan pas in het bord terug stoppen.

“Onnodig” lang nadenken of een denkpauze inlassen terwijl er niets te overdenken valt, bv. bij een singleton, om de tegenstander op het verkeerde been te zetten is verboden.

Het is niet correct om een kaart uit de waaier te halen om te spelen en daarna toch maar een andere kaart spelen. Maak er een gewoonte van om een kaart pas uit de waaier te halen als u aan de beurt bent.

Over het gebruik van de biedkaartjes: denken doe je met je hoofd en niet met de handen, oftewel: pak direct het biedkaartje dat u wilt leggen en pak niet eerst andere kaartjes vast.

De dummy mag de leider behoeden voor een verkeerd voorspelen, als hij ziet dat de leider in de fout dreigt te gaan mag hij dat zeggen, als de fout eenmaal begaan is mag hij NIETS meer zeggen of doen!